Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. De één moet drie keer per dag naar het toilet voor ontlasting, de ander één of twee keer per week. Je hebt last van verstopping als je minder vaak naar het toilet moet dan je gewend bent en als de ontlasting harder is dan normaal. Door harde ontlasting moet je meer persen. Ook al ga je minder vaak, je hebt geen last van verstopping als je ontlasting nog soepel is en je niet hard hoeft te persen. Verstopping wordt ook wel obstipatie genoemd.
Oorzaak van verstopping:
Te weinig vezelrijk voedsel:
Vezels houden in je darmen vocht vast, waardoor je ontlasting soepel blijft. Door te weinig vezels te eten, wordt de ontlasting harder.
Te weinig lichaamsbeweging:
Lichaamsbeweging bevordert de beweging van je darmen (de peristaltiek) en daarmee het transport van voedsel door de darmen.
Te weinig gebruik van vocht:
Door te weing vocht te gebruiken droogt je ontlasting in.
Ophouden van de ontlasting ondanks aandrang:
Als je ontlasting te lang ophoudt wordt deze harder door indrogen.Sommige medicijnen, zoals staalpillen, ontrekken vocht aan de ontlasting. Pijnstillers zoals paracetamol-codeine kunnen voor obstipatie zorgen,
omdat codeine de darm trager laat werken. Spanning of stress.
Sommige ziektes kunnen ook obstipatie veroorzaken. Ziektes zoals:
- Darmpoliepen.
- Te langzaam werkende schildklier (hypothyreoidie).
- Een vernauwing of kanker in de dikke darm.
Een verstopping heeft bij kinderen vaak geen duidelijke lichamelijke oorzaak. Spanningen, stress of een onregelmatig leven kunnen dan de boosdoener zijn.
Complicaties van verstopping:
Als gevolg van persen en de harde ontlasting kun je ook andere klachten krijgen zoals kleine scheurtjes rond de anus (anusfissuren) en aambeien.